De komende jaren gaan er op veel trajecten meer, langere en nieuwe treinen rijden. Deze vervoersgroei vraagt om ingrijpende aanpassingen in de infrastructuur, maar juist ook in het energievoorzieningsnet. Om dit in goede banen te leiden heeft ProRail het programma TEV (Tractie EnergieVoorzieningsNet) opgetuigd.
De komende jaren gaan er op veel trajecten meer, langere en nieuwe treinen rijden. Logistiek moet dit haalbaar zijn. Dat betekent dat het binnen de huidige normen voor geluid, trillingen en veiligheid moet passen, maar ook dat de infrastructuur het aan kan.
Wel zijn er ingrijpende aanpassingen nodig in de huidige infrastructuur om aan de verwachte vervoersgroei te voldoen. Denk daarbij aan extra spoor, meer opstelterreinen en langere of bredere perrons.
Robuust TEV netwerk
Een andere belangrijke randvoorwaarden hierin is de energievoorziening naar de treinen (Tractie EnergievoorzieningsNet). Want op dit moment is het op een aantal baanvakken bijvoorbeeld al niet meer mogelijk meer treinen te laten rijden. Daarin zit dus een uitdaging.
Om deze uitdaging het hoofd te bieden heeft ProRail het programma TEV opgetuigd. Dit programma heeft ten doel om te voorzien in een robuust TEV-netwerk dat tijdig voldoende TEV-capaciteit biedt om te voldoen aan de verwachte vervoersvraag (referentie 2030).
Dit vraagt om uitbreiding van het huidige energievoorzieningsnet. Dat kan o.a. door nieuwe onderstations te plaatsen of bestaande onderstations te verzwaren, schakelstations om te bouwen en meer extra kabels aan te leggen. Maar er is geen standaardoplossing beschikbaar.
Dit vraagt om maatwerk
Per locatie wordt gekeken naar een oplossing op maat en ook wordt bekeken welke locaties logischerwijs het eerst worden omgebouwd. Daarvoor wordt een aantal factoren eerst weer in kaart gebracht.
Wat zijn bijvoorbeeld de huidige knelpunten? Wanneer moet de productstap gereed zijn? Is er budget beschikbaar? Hoe ziet de omgeving eruit? Kunnen onze leveranciers tijdig EV-apparatuur leveren? En actueel in de huidige energiemarkt: kan de regionale netbeheerder een extra 10kV-aansluiting leveren.
Dit zijn de vragen waar Delta Pi collega Joël Luyk als consultant risicomanagement bij het programma TEV antwoord op probeert te krijgen. Joël kijkt door een risicobril naar de belangrijkste vraagstukken en helpt het programma om op een beheerste wijze de uitdagende doelstellingen te realiseren. En draagt daarmee bij aan betere voorspelbaarheid in de gehele TEV-keten.
Succesfactoren
Desgevraagd geeft Joël aan een viertal kritische succesfactoren te hanteren voor goed programmarisicomanagement.
- Zoek actief verbinding met andere disciplines. Verken gezamenlijk met andere beheersdisciplines (planning, financieel, management en kwaliteitsmanagement) de mogelijkheid om disciplines te integreren. En bepaal expliciet de stappen op korte én lange termijn.
- Betrek de gehele keten. Het programma TEV kent meerdere interne opdrachtgevers (capaciteitsmanagement, programma hoogfrequent spoor, assetmanagement), elk met hun eigen belangen en zorgen. Het programma risicodossier moet een weerspiegeling zijn van deze zorgen over de gehele linie en dient als communicatiemiddel over de velden heen.
- Borg de opvolging van beheersmaatregelen. Bespreek de status van beheersmaatregelen regelmatig in diverse programma gremia en spreek maatregeleigenaren aan waar nodig. Voorkom dat maategelen enkel besproken worden tijdens een periodieke risicosessie.
- Breng – en houd – risicodata op een niveau waarop het kan fungeren als stuurinformatie. Dit stelt eisen aan de kwaliteit en actualiteit van risicodata. Een risicodossier met algemene risico’s en dito maatregelen kan de indruk wekken dat het risicomanagement op orde is, maar levert het daarmee de juiste inzichten om te kunnen sturen?
Door te werken met bovenstaande succesfactoren wordt risicomanagement een kader overstijgende discipline binnen het programma. En kunnen complexe vraagstukken zoals die van ProRail vanuit gedegen risicomanagement in goede banen geleid worden.