Kernenergie: hét antwoord op het duurzaamheidsvraagstuk of juist niet?

De energietransitie begint op stoom te komen: vele initiatieven dragen bij aan het bereiken van 55 procent vermindering van de CO2-uitstoot in 2030. Europa’s duurzame ambities roepen veel discussie op. Het NIMBY effect
– not in my backyard – speelt mee: mensen zijn terughoudend als het gaat om drastische veranderingen in de directe leefomgeving.

Eerlijk is eerlijk, ik zit ook niet te wachten op grote windturbines of zonneparken in mijn omgeving. Het op industriële schaal opwekken van energie naast woonwijken en natuur lijkt mij niet de weg die we moeten inslaan. Als tegenhanger klinkt de roep om kernenergie steeds luider. Op 10 tot 20 locaties in Nederland reactoren bouwen om onze duurzame ambities te realiseren – zonder dat het een grote impact heeft op onze omgeving – lijkt een mooie quick fix.

4e Generatie kernreactoren

Als kind heb ik in 1986 deels meegekregen wat de gevolgen waren van de kernramp van Tsjernobyl. Ik weet dat we geen verse groenten meer mochten eten – voor een 10-jarige een geluk bij een ongeluk – en het drukkende gevoel dat er iets zeer ernstigs aan de hand was. Dat gevoel komt nog steeds boven als het over kernenergie gaat. Mijn eerste ingeving is: ‘kernenergie moeten we niet willen’.

Vanuit mijn rol als ingenieur heb ik een natuurlijke interesse in techniek en nieuwe ontwikkelingen. De kerncentrale in Borsele en de opslag voor radioactief afval bij Covra zijn indrukwekkende installaties. Tijdens mijn bezoeken was er veel aandacht voor de veiligheidsvoorzieningen. Kijkend naar de 4e generatie kernreactoren (op basis van thorium), dan lijken daar mooie ontwikkelingen gaande. Minder afval en een kortere radioactiviteit van een groot deel van het afval zijn goede ontwikkelingen. Dit roept natuurlijk ook direct vragen op: ‘hoelang blijft het resterende deel van het afval gevaarlijk radioactief?’, ‘Over hoeveel afval hebben we het eigenlijk?’ en ‘Wat zijn de risico’s?’

Kernafval: hoe pak je dat aan?

Het aantal kilo’s afval van een kerncentrale is niet het probleem. De kernvraag is: hoe berg je hoogradioactief afval op veilige wijze over duizenden jaren? Dit is een vraag die 40 jaar geleden speelde en die nu nog steeds niet voldoende beantwoord is. Sterker nog, in de huidige discussie over kernenergie wordt daar weinig over gezegd en hoor ik vooral de voordelen.

Is kernenergie nodig om de klimaatdoelen te halen?

Dit is geen pleidooi voor óf tegen kernenergie. Nog steeds zegt mijn onderbuikgevoel: niet doen. Maar zou kernenergie ons kunnen helpen met de reductie van CO2-uitstoot? De hoeveelheid radioactief afval is met de huidige generatie kernreactoren veel kleiner, ook de tijd dat een groot deel van dat afval gevaarlijk blijft, is vele malen korter. De kennis omtrent kernreactoren is groter en de mogelijkheden tot beheersing van het kernsplitsingsproces is uitgebreider. Het gebrek aan kennis is echter nooit een argument geweest om te stoppen met het bouwen van meer kerncentrales. De angst voor én gevolgen van een nieuwe ongeval met een kernreactor in Europa waren dat wel.

Dat door fabrikanten van kernreactoren de beperkte hoeveelheid afval en halveringstijd wordt aangehaald, begrijp ik. Dat zijn ook mooie ontwikkelingen en geweldige verkoopargumenten. Maar ik zou ook graag zien dat er een open gesprek plaatsvindt over de gevolgen van een ongeval. Zijn die gevolgen kleiner dan 40 jaar geleden? De jodiumtabletten van de overheid – die ik thuis in de medicijnkast heb liggen – geven toch nog onvoldoende een veilig gevoel.

Grote druk op energietransitie

Welke vormen van duurzame energie we ook kiezen, we staan op een belangrijk punt in de moderne geschiedenis. Deze beslissingen hebben gevolgen voor toekomstige generaties, waaronder mijn eigen kinderen. We moeten keuzes maken en elke keuze heeft voor- en nadelen. Maar let op, de nadelen van kernenergie zijn niet zondermeer weg te strepen tegen de voordelen. Bezint eer gij begint.

Melchert Rijks, Consultant