Onderhoudsboeggolf: “Achterstallig onderhoud is onzichtbaar, tot het misgaat” 

De Nederlandse infrastructuur oogt in orde, maar onder de oppervlakte groeit een zorgwekkend probleem: achterstallig onderhoud. Veel bruggen, sluizen, wegen en tunnels naderen het einde van hun levensduur, terwijl de capaciteit om alles op tijd aan te pakken ontbreekt. Consultants Ronny van den Heuvel, Michiel Oussoren en Melchert Rijks werken dagelijks aan vraagstukken die voortkomen uit de onderhoudsboeggolf. Zij denken in functies, maken de opgave concreet en helpen scherp prioriteren.

    

Brug

In het midden van de vorige eeuw zijn in hoog tempo civiele kunstwerken gebouwd. Nu komen die collectief in de gevarenzone. Wat is vandaag de dag de staat van de Nederlandse infrastructuur?

Melchert: “We moeten ons echt zorgen maken. De veroudering is op gang. Bruggen, sluizen, keringen: veel is gebouwd in de jaren vijftig en zestig. Tel daar tachtig jaar levensduur bij op en je weet dat er nú onderhoud nodig is.”

Ronny: “Je hoort het al in het nieuws: storingen bij kunstwerken waardoor belangrijke (vaar)wegen afgesloten moeten worden. Als dat op te veel plekken tegelijk gebeurt in Nederland, heeft dit een enorme impact op de veiligheid en doorstroming van het verkeer.”

Al in de jaren negentig werd er gesproken over de piek die rond deze tijd zou ontstaan. Waarom is BV Nederland niet eerder in actie gekomen? 

Michiel: “Zolang er niets zichtbaar misgaat, ontbreekt de urgentie. Vergelijk het met een schilderbeurt aan je huis. Als het er oké uitziet, denk je dat het volgend jaar ook wel kan. Dat mechanisme zie je ook in de infrastructuur terug. Zolang alles draait, lijkt er geen probleem.”

Melchert: “Bovendien kijkt de politiek meestal maar een paar jaar vooruit. In die beperkte horizon is weinig ruimte voor het veiligstellen van toekomstig onderhoud. Investeringen van miljarden in infrastructuur leveren immers niet direct zichtbaar resultaat op. Zo werd onderhoud jarenlang uitgesteld. Inmiddels zitten we met zo’n enorme hoeveelheid vraagstukken, dat we die qua capaciteit in Nederland niet in één keer kunnen wegwerken.”

Wat merken jullie van die boeggolf op de werkvloer van Delta Pi?

Melchert: “De vraag ‘wat gebeurt er als we onderhoud uitstellen?’ krijgen we nu regelmatig. Tien jaar geleden stelde niemand die vraag. En je merkt het in de keten. Aannemers en opdrachtgevers betrekken ons steeds vaker vanwege onze inhoudelijke expertise.”

Michiel: “Termen als maakbaarheid en haalbaarheid duiken ook ineens overal op. De vraag is namelijk niet alleen: wat moet er gebeuren? Maar vooral: kunnen we dit überhaupt nog uitvoeren, met de middelen en mensen die we hebben? Die realiteitscheck speelt nu veel vaker een hoofdrol.”

Kijkt Delta Pi anders naar deze problematiek dan andere spelers in de markt?

Ronny: “Ja, daarin zijn we best uniek. In een vroeg stadium proberen wij het zo concreet mogelijk te maken. Hierdoor zijn we in staat om antwoorden te geven op vragen als: ‘wat gebeurt er met de prestaties van een object als we de vervanging van het besturingssysteem met vijf jaar uitstellen? Of: ‘welke vervangingsopgave in netwerk X is het meest urgent gezien de systeem en netwerkprestaties?’ Dat maakt het gesprek ineens heel anders. Dan gaat het niet meer over óf je iets moet doen, maar wanneer en hoe. Je ziet meteen: waar zit de grootste impact, wat moet eerst en wat kan nog even wachten?”

Hoe lukt het jullie om zo concreet te zijn?

Michiel: “We modelleren het functioneren van een netwerk in algoritmes, zodat je kunt doorrekenen wat er gebeurt bij bepaalde keuzes. Zo help je opdrachtgevers om scenario’s door te rekenen, beleidskeuzes te onderbouwen en niet te varen op onderbuikgevoel of politieke druk, maar op feiten.”

Melchert: “Wat ons ook onderscheidt, is dat we altijd naar het geheel kijken. Vaak wordt gekeken naar een beperkt deel van een netwerk. Bijvoorbeeld één wegvak, één brug of één pomp. Maar de opgave is te groot om niet netwerkgericht te werken. Wij zoomen eerst in om te begrijpen wat er speelt, maar vooral ook weer uit. Hoe grijpt dit object in op het systeem eromheen? Wat gebeurt er als je één schakel vervangt of juist laat falen? Die ketenbenadering is belangrijk, zeker nu de druk door de onderhoudsopgave toeneemt. Alles hangt met alles samen, en de verbanden maken of iets functioneert of vastloopt.”

Wat zouden opdrachtgevers vaker kunnen doen om grip te krijgen op hun onderhoudsopgave?

Michiel: “Betrek kennispartners zoals wij eerder in het proces. Laat ons niet alleen adviseren, maar ook meedraaien in de organisatie. Dan wordt ons advies geen rapport dat in een lade belandt.”

Melchert: “En kijk bij nieuwe projecten ver vooruit. Voor onze klanten werken wij bijvoorbeeld aan meerjarenprogrammeringen voor infrastructuur, waarbij wij onderhoud slim verspreiden over de tijd. Dat voorkomt toekomstige pieken en borgt de prestatie van de infra.”

Wat zouden jullie als minister van Infrastructuur vandaag veranderen?

Melchert: “In de civiele wereld zeggen we weleens met een knipoog: ‘Geef ons heden ons dagelijks brood, en zo nu en dan een watersnood.’ Daarmee bedoelen we: pas als het echt misgaat, komt er aandacht voor infrastructuur. Maar het piept en kraakt nú al, alleen schrikt niemand er nog van. Als ik minister was, zou ik het urgentiegevoel agenderen. Zo voorkomen we dat er eerst incidenten optreden voordat er iets gebeurt.”

Ronny: “Als het misgaat met infrastructuur, raakt het alles: van economie tot veiligheid. Ik zou infrastructuur daarom net zo vanzelfsprekend maken als Defensie of Onderwijs. Ook dat zijn sectoren die je niet ter discussie stelt, omdat we ze als essentieel zien voor onze welvaart.”

De onderhoudsopgave in Nederland is groot en vraagt om actie. Alleen zo houden we onze infrastructuur bereikbaar en voorkomen we kapitaalvernietiging. Dat begint bij erkenning van de waarde die infrastructuur heeft voor onze economie. Met langetermijndenken op basis van concrete analyses en een integrale benadering draagt Delta Pi bij aan het oplossen van de problemen van vandaag en voorkomen we de crisis van morgen.